Dag- / week- / maandbladenPremium

DERTIG JAAR STRIPS IN BELGIE: DIVERSER DAN OOIT

“Jaarlijks verschijnen nog zo'n 1.000 strips in België"

Begin oktober 2019 blies het Belgisch Stripmuseum in Brussel dertig kaarsjes uit. Het museum krijgt soms wat kritiek, omdat het te veel op mainstream zou focussen. Maar tegelijk draagt het veel bij aan het internationale imago van het Belgische striplandschap. Een landschap dat de voorbije decennia almaar diverser werd: zowel qua onderwerpen als tekenstijlen, genres én met véél meer vrouwen die tekenen. Er verschijnen ook meer strips dan ooit, maar in veel kleinere oplagen. “Het gevolg: niemand kan nog volgen en een bekwame winkelier is dus meer dan ooit nodig", merkt autoriteit Gert Meesters op. Een terugblik op dertig jaar strips.

strips ballon media dertig jaar Belgisch stripmuseum

Begin oktober 2019 vierde het Belgisch Stripmuseum zijn dertigste verjaardag
© Daniel Fouss/Stripmuseum

Gert Meesters université Lille Universiteit Rijsel strips ballon media dertig jaar Belgisch stripmuseum

Gert Meesters
Maître de conférences aan de Universiteit van Rijsel

UIT DE HAND GELOPEN HOBBY

Gert Meesters las en herlas heel veel strips, altijd maar opnieuw, in zijn jeugdjaren. Suske & Wiske, Jommeke, Asterix: de klassiekers. Als puber was hij zoals zijn vrienden meer met muziek bezig, omdat hij dacht dat hij voor strips te groot was geworden. Tot Gert in Leuven op kot ging in het Heilige-Geestcollege en er een enorme bibliotheek met strips voor volwassenen ontdekte. De stripmicrobe beet hem opnieuw en hij raakte nooit meer genezen. In 1994 studeerde hij als germanist af, terwijl hij al striprecensies schreef. Sinds 2001 is hij een vaste striprecensent voor Knack Focus.

"De dertigste verjaardag van het Belgisch stripmuseum is memorabel, aangezien dit het oudste, nog bestaande stripmuseum in Europa is"

Memorabele verjaardag

“Een wat uit de hand gelopen hobby", lacht Gert, “die goed aansluit bij mijn wetenschappelijk onderzoek. Ik doceer sinds 2012 Nederlandse taal en cultuur aan de universiteit van Rijsel, waar ik ook research doe naar strips. Zo schreef ik onlangs mee aan twee boeken over Robbedoes en het stripmaandblad (A Suivre), dat in de jaren tachtig ook bij ons verscheen als Wordt Vervolgd." Om maar te zeggen: Gert Meesters is de ideale gesprekspartner voor een gesprek over strips in België naar aanleiding van de dertigste verjaardag van het Belgisch Stripmuseum. “Die verjaardag is toch wel memorabel, aangezien dit het oudste, nog bestaande stripmuseum in Europa is dat bovendien nog altijd goed draait. Het heeft een prima concept als toeristische trekpleister in wat velen nog altijd als de hoofdstad van de strip zien."

Gert Meesters université Lille Universiteit Rijsel strips ballon media dertig jaar Belgisch stripmuseum

Stripfiguur Guust Flater komt het stripmuseum binnen (1992)
© Daniel Fouss/Stripmuseum

CENTRUM VOOR BELGISCH STRIPLANDSCHAP

Hoe is het Belgisch Stripmuseum ontstaan?

Gert Meesters: “Als een gezamenlijk initiatief van enkele stripauteurs, waaronder wijlen Eddy Ryssack die de eerste directeur van het museum zou worden. Ook Hec Leemans, de tekenaar van de stripreeks over F.C. De Kampioenen, trok mee aan de kar. De bedoeling was een echt stripmuseum op te richten. Een plaats waar de Belgische strip geëerd werd, in Brussel. Eerst wilden de initiatiefnemers een museum over stripheld Kuifje oprichten. Maar uiteindelijk stopten de onderhandelingen met de Hergé-erfgenamen. Dus het werd een centrum voor het hele Belgische striplandschap. Bijzonder is ook het gebouw waarin het museum gehuisvest is. Dat werd in 1905 opgetrokken in de art-nouveaustijl, ontworpen door architect Victor Horta. Het stond tientallen jaren te verkommeren, tot de Regie der Gebouwen eind jaren tachtig besloot het gebouw te restaureren. Toen kreeg het zijn gedroomde bestemming, als stripmuseum."

Welke rol speelt het museum precies?

Meesters: “Enerzijds omvat het Belgisch Stripmuseum een documentatiecentrum, anderzijds biedt het ruimte voor tentoonstellingen. Een vaste expositie brengt de geschiedenis van het stripverhaal. Daarnaast lopen er tijdelijke tentoonstellingen. De ene keer handelen die over een grote naam in de stripwereld, de andere keer over een iets kleinere naam of een groep van auteurs. Het museum draagt zo in grote mate bij aan het internationale imago van het Belgische striplandschap. Het kiest daarbij vooral voor bekende strips uit de mainstream, maar organiseert ook wel kleinere tentoonstellingen over minder bekende stripreeksen.
Toch weerklonk doorheen de jaren af en toe de kritiek dat het Belgisch Stripmuseum te veel op de internationaal bekende strips focust. Ook recent protesteerden enkele stripauteurs dat het museum niet genoeg voor hen opkomt, dat het te weinig voor het medium doet. Dat is wat cru gesteld, maar ik begrijp hun grieven wel. Kijk eens naar het Franse stripmuseum in Angoulême. Dat is financieel niet rendabel, maar wel een overheidsinstelling die zich bezighoudt met het beheer van het strippatrimonium. Daar heeft ons stripmuseum veel minder aandacht voor. Daartoe is het als privéonderneming ook niet verplicht. Dat het vooral op bekende strips inzet om meer bezoekers aan te trekken, is logisch."

Hoe ziet u het Stripmuseum in de toekomst evolueren?

Meesters: “Wel, het gaat goed met het Belgisch Stripmuseum. In 2018 bleek het zelfs populairder dan ooit, met 232.000 bezoekers. En het museum lijkt dezelfde succesvolle weg verder te willen bewandelen, als een laagdrempelige opvoedingsinstelling over de Belgische strip voor toeristen uit binnen- en buitenland."

Gert Meesters université Lille Universiteit Rijsel strips ballon media dertig jaar Belgisch stripmuseum

“Net door die diversiteit hébben we nog een stripcultuur”, aldus Meesters
© Daniel Fouss/Stripmuseum

DERTIG JAAR MUSEUM, DERTIG JAAR STRIPS

Hoe is het Belgische striplandschap zelf veranderd, de voorbije drie decennia?

Meesters: “De grootste tendens is toch wel dat er veel meer mogelijk is op allerlei vlakken. Zowel qua onderwerpen als tekenstijlen, formaten en soorten boeken. Op tal van gebieden zie je veel meer diversiteit. Ook aan het geslacht van de auteurs kan je dat zien. Dertig jaar geleden waren er welgeteld twee vrouwelijke stripauteurs in het Nederlandse taalgebied actief. Een van de eersten was Erika Raven. Zij maakte eind jaren tachtig enkele strips waaronder Zimbabwe, die haar meteen de Bronzen Adhemar opleverde. Maar Erika stopte al snel.
Vandaag hebben vrouwelijke stripauteurs geen probleem meer om een publiek te vinden. Ze hebben niet noodzakelijk veel strips gelezen als kind, maar ze vinden de vertelvorm interessant. Denk maar aan Judith Vanistendael - de dochter van schrijver Geert van Istendael. Of Ilah, Shamisa Debroey … Het zijn vrouwen met veel succes die aan de kar trekken. Ze brengen minder de klassieke, avontuurlijke verhalen, meer alledaagse verhalen over het dagelijks leven. Ook in die optiek zien we vandaag meer diversiteit qua verhalen en genres. Ik denk maar aan autobiografieën. Of woordeloze strips, verhalen zonder tekst. Die bestonden in de hele vroege geschiedenis van het beeldverhaal al, om dan midden vorige eeuw te verdwijnen en begin deze eeuw weer op te duiken."

"Strips zijn niet meer zo populair als rond de helft van de vorige eeuw. Desondanks maak ik me geen zorgen"

Momenteel bundelen Standaard Uitgeverij en Ballon Media de krachten om één grote uitgeverij te vormen. Heeft dat gevolgen voor de diversiteit?

Meesters: “Die fusie is een uitloper van een consolidatiebeweging die zich al sinds de jaren tachtig voltrekt. Die heeft alles te maken met de huidige stand van de stripmarkt. Uitgeverijen brengen veel strips uit om een groot marktaandeel te behalen, maar de winstmarge per boek is niet zo groot. Logisch dus dat de uitgevers willen samenwerken om schaalvoordelen te boeken. De consolidatie heeft ook te maken met de kranten in Vlaanderen. Vele Vlaamse strips verschenen daar vroeger dagelijks in en kranten brachten die dan ook als albums uit. Eind jaren tachtig kende je bijgevolg krantenuitgeverijen met een of twee strips die daarvoor een lijn in de drukkerij vrij hielden.
Kranten moesten echter professioneler en rendabeler worden, dus stootten ze hun strips af. Het samengaan van Standaard Uitgeverij en Ballon Media maakt dat je voor de commerciële strip vandaag in Vlaanderen nog maar één adres hebt. Of daardoor de diversiteit zal verminderen, is nog niet duidelijk. Maar over het algemeen neemt de verscheidenheid door zulke fusies af, wat we ook zien in het buitenland."

Gert Meesters université Lille Universiteit Rijsel strips ballon media dertig jaar Belgisch stripmuseum

Toen nog prins van België Filip gidst in 1991 prins Filipe van Spanje rond in het stripmuseum
© Daniel Fouss/Stripmuseum

Maar tegelijk worden er vandaag méér strips uitgegeven?

Meesters: “Ja, dat is iets dat weinig mensen beseffen. Maar dan wel in relatief kleine oplages. In Frankrijk verschijnen er zo gemiddeld vijfduizend strips per jaar. In Nederland en België een stuk minder, maar toch nog duizend per jaar. En dat is een probleem, want niemand kan nog volgen. Duizend strips per jaar, dat zijn er drie per dag. Ligt er een nieuw album op de toonbank in de stripwinkel, dan heeft de lezer bij wijze van spreken maar een week de tijd om het te ontdekken. Dat is een probleem voor de winkel, de lezer en de auteur, die door die snelle rotatie niet genoeg kan verdienen."

Welke strips zijn daarbij vandaag populair?

Meesters: “De klassiekere reeksen verkopen nog altijd tienduizenden exemplaren per jaar, met op kop F.C. De Kampioenen, De Kiekeboes en Jommeke, en verder Suske & Wiske. Ook bij de volwassenen doen enkele reeksen het al lang goed: Thorgal, Largo Winch, Blake en Mortimer. Verder bestaan alle typische stripgenres zoals westerns en science fiction nog, maar ze zijn veel minder dominant. Vroeger moest je in een van de bekende genres tekenen om succes te hebben. Vandaag kan je totaal andere zaken maken en toch succesvol zijn. Nogmaals: de nieuwe publicaties zijn heel divers."

Gert Meesters université Lille Universiteit Rijsel strips ballon media dertig jaar Belgisch stripmuseum
Enerzijds omvat het Belgisch Stripmuseum een documentatiecentrum, anderzijds biedt het ruimte voor tentoonstellingen
© Daniel Fouss/Stripmuseum

Wie koopt vandaag nog strips?

Meesters: “De jeugd zijn we grotendeels kwijt. Jongeren luisteren gratis naar muziek en kijken naar series op Netflix, dat terwijl strips duurder zijn geworden. Het verschil met gratis is te groot. Mangastrips waren een tijdlang wel populair bij jongeren omdat de albums zo goedkoop waren. Maar het genre is hier over zijn hoogtepunt heen. Wie dan wel nog strips koopt? Wel, dezelfde mensen die dat dertig jaar geleden al deden. De studenten van toen, dus de veertigers en vijftigers van nu die nog altijd strips lezen, misschien alleen wat minder dan vroeger. Zij kopen dan nieuwe albums, maar ook mooie heruitgaven van klassieke strips. Alle cijfers samengenomen lijkt de verkoop van strips in ons land stabiel te blijven. Maar de gemiddelde oplage is sterk gedaald, zelfs bij de grote namen als Suske & Wiske. De oplage daarvan bedraagt nog een kwart van die van twintig jaar geleden."

Kopen mensen nog goedkope herdrukken?

Meesters: “Neen. Vroeger ontdekte je een strip bijvoorbeeld bij nummer twintig en kocht je dan de delen daarvoor ook. Vandaag gebeurt dat niet meer. Uitgeverijen brengen ook vaak geen gewone herdrukken meer op de markt. Ten eerste zijn er van de langlopende reeksen al veel te veel nummers verschenen, waardoor de vorige kopen niet meer haalbaar is. Tegelijk heeft de jeugd vandaag veel te veel andere zaken om zijn vrije tijd aan te besteden. En de veertigers en vijftigers, die hebben al die oude nummers al in gewone uitvoering. Hen verleid je enkel met klassiekers in een luxe-uitgave."

STRIPS IN DE DAGBLADHANDEL

Welke rol speelt de krantenwinkel nog in de verkoop van strips?

Meesters: “Ooit was het voor een dagbladhandel erg logisch om naast de kranten ook de strips te verkopen. Maar de meeste krantenwinkels lieten de verkoop daarvan al lang vallen. De betere dagbladhandelaar verkoopt wel nog de echte bestsellers. Vandaag vind je strips in supermarkten, boekenwinkels en gespecialiseerde stripwinkels. Bij die laatste zie je trouwens een omgekeerde beweging. De Gentse stripwinkel De Poort verkoopt geen pers meer, enkel nog strips. Ook het aantal stripwinkels nam de voorbije jaren af. Dat heeft veel te maken met de kleine marges. Tegelijk trekken stripfans minder naar de stripwinkel, omdat ze de verkoopstoppers vandaag goedkoop in de supermarkt vinden. Vroeger kochten ze die in de speciaalzaak, samen met minder bekende reeksen. Toch vind je nog steeds stripwinkels, bijvoorbeeld in Leuven en Gent. Daar zit ongetwijfeld de studentenpopulatie van die steden voor veel tussen. Tegelijk overleven de blijvers doordat ze de liefhebber gidsen. De striplezer heeft vandaag advies nodig en wil daarvoor naar de speciaalzaak trekken."

WAT BRENGT DE TOEKOMST?

Hoe ziet u de toekomst van de stripmarkt?

Meesters: “Strips zijn niet meer zo populair als rond de helft van de vorige eeuw. Maar ondanks alles maak ik me niet zoveel zorgen. De vertelvorm zal blijven bestaan, alleen misschien op andere manieren toegepast - en minder en minder populair. Maar er worden toch ook nog stomme films gemaakt waar mensen ook nog naar kijken? Het zijn er een pak minder, maar zelfs die zijn er nog. Dus waarom niet de strip? De stripwinkels die overblijven, zullen een almaar diverser aanbod bieden met alles wat maar een beetje visueel is. Of volgen we Frankrijk? Daar zijn de stripwinkels bijna verdwenen, maar ken je sterke boekhandels die een goede selectie strips aanbieden, ook van kleinere uitgeverijen."

Is de diversiteit een goede zaak voor de Belgische stripcultuur?

Meesters: “Zeker. Kijk, dertig jaar geleden was de Vlaamse stripcultuur op z'n retour. Zelfs de grote reeksen gingen achteruit. Minder grote series zoals Bessy waren al gestopt. Maar nu werken de meeste stripauteurs in genres en stijlen die drie decennia geleden ondenkbaar waren. En net door die diversiteit hébben we nog een stripcultuur in ons land. En dat met enkele grote internationale sterren, zoals striptekenaar Brecht Evens. Zijn herkenbare stijl wordt overal geïmiteerd."

Welke invloed heeft digitalisering op de strip?

Meesters: “Sinds enkele jaren bestaat er een Belgisch platform waarop je strips online kunt lezen, maar zonder heel veel succes. Ook internationaal worden er relatief weinig strips op scherm gelezen. Digitalisering heeft de strip wel op een andere manier veranderd: de uitgaven op papier zijn veel mooier. En daarnaast kan je vandaag webcomics lezen, via kanalen zoals Facebook en Instagram. Zo heeft het internet de rol van de krant overgenomen om strips te verspreiden."

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? 
Geschreven door Tom Dejonghe18 december 2019
Print Magazine

Recente Editie
30 mei 2025

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine