Vapen moet goedkoper zijn dan roken
De Independent European Vape Alliance (IEVA) werd opgericht in 2019. Het is haar missie om Europese vapebedrijven die onafhankelijk zijn van de tabaksindustrie samen te brengen. En om mythen van feiten te onderscheiden als het gaat om kennis bij het brede publiek omtrent deze minder schadelijke alternatieven. Kiosk sprak met Dustin Dahlman, de voorzitter van de federatie.
Missie
Mijnheer Dahlman, waar staat IEVA voor?
Dustin Dahlman: “Ons doel is om bedrijven in de Europese dampsector te verenigen en hen een manier van verantwoorde vertegenwoordiging aan te bieden. Wij pleiten voor evenredige regelgeving die rekening houdt met de kansen voor de volksgezondheid. Tot nu rekenen we 8 nationale en 13 internationale grote bedrijven, onafhankelijk van de sigarettenfabrikanten, tot onze leden. We promoten het debat over het onderscheid tussen vapen en roken en ondersteunen evenredige regulering van de sector die is afgestemd op de categorie.”
En wat is het doel dat jullie voor ogen hebben?
Dahlman: “Het belangrijkste dat we samen kunnen doen, is belanghebbenden die beslissingen nemen over de volksgezondheid die miljoenen levens beïnvloeden, informeren over wat wij doen en hoe dit niet los gezien kan worden van de schade die roken met zich meebrengt. Velen begrijpen nog steeds het verschil tussen vapen en roken niet. We proberen ook verschillende vormen van zelfregulering te bevorderen – niet in plaats van wetgeving, maar om deze te versterken en aan te vullen. Onze leden werken samen met internationale en nationale instellingen voor standaardisatie, zoals ISO. In dezelfde geest hebben we een marketingcode opgesteld en gepubliceerd die naar onze mening kan bijdragen aan doordachte marketing.”
Wat zijn vandaag de belangrijkste discussies in het debat?
Dahlman: “De rode draad is dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen roken en vapen. Er is wetenschappelijk bewijs voor de relatieve risico’s tussen deze twee productcategorieën. Een goed voorbeeld hiervan is de beleidsdiscussie rond accijnzen. Vapen moet altijd goedkoper zijn dan roken, en rokers moeten worden aangemoedigd om de minder schadelijke optie te proberen. Op dezelfde manier moet vapen een zintuiglijk voordeel behouden ten opzichte van roken. In de praktijk betekent dit dat ervoor moet worden gezorgd dat een breed scala aan smaken beschikbaar blijft, onderworpen aan strenge tests en productiecontroles.”
Obstakels
Wat zijn de voornaamste obstakels?
Dahlman: “Vapen moet toegankelijk en betaalbaar blijven voor rokers van alle sociale lagen van de bevolking, zeker als je bedenkt dat de meeste rokers uit meer achtergestelde achtergronden komen. Maar bij beleidsmakers wordt hier niet altijd rekening mee gehouden. Een recent beleid van de Duitse regering, die strafrechtelijke belastingen heft op alle vapeproducten, laat zien dat politici nog steeds niet begrijpen hoe belangrijk een duidelijk prijsverschil is voor rokers. Een ander voorbeeld zijn plannen in enkele Europese landen om de variatie aan smaken te beperken. Vapen zou aangenamer moeten zijn dan roken, dat is de belangrijkste aantrekkingskracht die zal leiden tot een grootschalige overstap.”
De markt kan de komende jaren geconfronteerd worden met een stijging van de accijnzen. Bent u bang dat de vape-industrie het volgende slachtoffer zal worden? Vreest u een herziening van de EUTPD, voor een zekere stijging van de consumentenprijzen en daarna een daling van de instroom van nieuwe consumenten?
Dahlman: “Wat we hebben gezien, is dat lidstaten die ervoor hebben gekozen accijnzen op de categorie toe te passen, nadelige en niet voorziene gevolgen ondervinden. Vaak raakte de bestaande markt verstoord door illegale handel, en kmo's verloren terrein op de grote tabaksfabrikanten. Bovendien hebben nieuwe accijnzen geleid tot zeer beperkte extra inkomsten. De Wereldbank is hier duidelijk over en merkt op dat ‘gegevens onthulden dat de accijnsopbrengsten van e-sigaretten erg laag zijn in vergelijking met de accijnsopbrengsten van traditionele tabaksproducten’.”
Tabaksindustrie
Is de tabaksindustrie een bondgenoot in uw strijd?
Dahlman: “Onze vereniging onderscheidt zich van de grote tabaksbedrijven. We vertegenwoordigen alleen onafhankelijke vapebedrijven. Dit is cruciaal voor de geloofwaardigheid van ons werk. We verwelkomen anderzijds alle stappen van de tabaksindustrie om hun bedrijfsmodel volledig te herzien. Maar we moeten realistisch zijn; deze bedrijven verdienen nog steeds veel geld met de verkoop van tabak.”
Neemt de tabaksindustrie de vape-industrie over? Gesloten pod-systemen zijn vanwege de gebruiksvriendelijkheid aantrekkelijk voor rokers die willen stoppen. Rokers, 2 miljoen alleen al in België, vormen de grootste groep potentiële nieuwe consumenten.
Dahlman: “De vapesector in Europa is sinds de start opgebouwd door kleine en middelgrote bedrijven en wordt nog steeds gedreven door die kmo's. Twee derde van de vapers in Europa gebruikt geen gesloten pod-systeem maar een open systeem. Dit werd bevestigd door de meest recente Eurobarometer, een officieel enquête-instrument van de EU.”
"We vertegenwoordigen alleen onafhankelijke vapebedrijven. Dit is cruciaal voor de geloofwaardigheid van ons werk"
Online verkoop
Bent u een voor- of tegenstander van online verkoop?
Dahlman: “Online handelen is van cruciaal belang geweest voor de groei van de sector en heeft de eerste groep ex-rokers ervan overtuigd om over te stappen. Dit kanaal is nog steeds erg belangrijk. In de afgelopen jaren is de traditionele detailhandel echter aanzienlijk gegroeid, met name gespecialiseerde vape-winkels die in staat zijn om op maat gemaakt advies te geven.”
In België is het sinds januari 2021 niet langer mogelijk om reclame te maken voor vapeproducten in verkooppunten. Zal ook deze evolutie de groei van de industrie tegenhouden?
Dahlman: “Deze beperking is een nadeel ten opzichte van de tabaksindustrie die decennia lang reclame voor haar producten mocht maken voordat beperkingen werden opgelegd. Om rokers te overtuigen van de zeer goede argumenten om over te stappen op vapen, moet de informatie toegankelijk zijn; vanuit het oogpunt van de volksgezondheid is het voordeliger voor rokers om meer te weten te komen over alternatieven op de plaats waar ze sigaretten kopen.”
Objectief?
De evaluatie van vapen moet gebaseerd zijn op wetenschappelijke feiten. Maar hoe kan het grote publiek er zeker van zijn dat de wetenschappelijke resultaten die gunstig zijn voor de e-sigaret ook objectief zijn? Veel studies worden immers gesponsord.
Dahlman: “Er is een groot aantal onafhankelijke onderzoeken beschikbaar die zeer goed bewijzen dat e-sigaretten veel minder schadelijk zijn dan tabakssigaretten. Naast de talrijke publicaties van Public Health England zijn er twee Cochrane-reviews, dit zijn systematische literatuurrecensies die worden beschouwd als de gouden standaard, en enkele gerandomiseerde onderzoeken met controlegroepen die hebben aangetoond dat rokers twee keer zoveel kans hebben om te stoppen met roken door over te stappen op een vapeproduct dan op nicotinevervangers. Op onze website, eurovape.eu, hebben we populaire mythen over vapen op een rijtje gezet en deze vergeleken met harde feiten.”